Alleenstaand persoon:
0 euro < 1314,20 euro/maand: 422,16 euro
1314,20 euro - 1731,93 euro - < 2381,39 euro/maand: 530,41 euro
≥ 2381,39 euro/maand: 584,53 euro
Samenwonend persoon (door elke bewoner afzonderlijk te betalen):
0 euro - < 876,13 euro/maand: 221,90 euro
876,13 euro - < 1731,93 euro/maand: 248,96 euro
1731,93 euro - < 2381,39 euro/maand: 276,02 euro
≥ 2381,39 euro/maand: 303,08 euro
Personen met gezinslast:
0 euro - < 1776,07 euro/maand:443,80 euro
1776,07 euro - < 2164,91 euro/maand: 497,92 euro
2164,91 euro - < 2814,37 euro/maand: 552,04 euro
≥ 2814,37 euro/maand: 606,17 euro
Bij de opstart van een overeenkomst zullen de inkomensgrenzen aangepast worden aan de leefloonbarema’s die op dat ogenblik geldig zijn. De verblijfsvergoeding zal op dat ogenblik ook dezelfde procentuele stijging volgen, ten aanzien van de eventuele stijging van het leefloonbarema. De wijziging zal enkel toegepast worden bij nieuwe overeenkomsten en wordt niet aangepast bij een lopende overeenkomst.
Samenwonend persoon (door elke bewoner afzonderlijk te betalen):
(inkomenssprongen van 400 euro, per categorie 50 euro extra)
0 euro - < 876,13 euro/maand: 222,50 euro
876,13 euro - < 1.276,13 euro/maand: 272,50 euro
1.276,13 euro - < 1.676,13 euro/maand: 322,50 euro
1.676,13 euro - < 2.076,13 euro/maand: 372,50 euro
≥ 2.076,13 euro/maand: 422,50 euro
Personen met gezinslast:
(inkomenssprongen van 400 euro, per categorie 100 euro extra)
0 euro - < 1.776,07 euro/maand: 450 euro
1.776,07 euro - < 2.176,07 euro/maand: 550 euro
2.176,07 euro - < 2.576,07 euro/maand: 650 euro
2.576,07 euro - < 2.976,07 euro/maand: 750 euro
≥ 2.976,07 euro/maand: 850 euro
Na 12 maand bewoning wordt er een supplement van 10 % bovenop de gewone verblijfsvergoeding per maand extra aangerekend. (Dit wordt niet toegepast in geval van sanctionering *)
Voorbeeld: Een alleenstaande met een inkomen van 1250 euro, heeft de noodwoning na 12 maand niet verlaten en er dient een verlenging van het verblijf aangevraagd te worden. Op dat ogenblik worden de inkomsten van de laatste 3 maand opgevraagd en afgetoetst in welke inkomenscategorie ze vallen. De gewone verblijfsvergoeding zou in deze situatie 425 euro per maand zijn, maar hierbij wordt 10% extra gerekend waardoor de verblijfsvergoeding 467,5 euro zal bedragen.
Na 18 maand wordt er een supplement van 20 % bovenop de gewone verblijfsvergoeding per maand extra aangerekend. (Dit wordt niet toegepast in geval van sanctionering *)
Voorbeeld: Een koppel met een kindje heeft samen een inkomen van 2350 euro. Ze hebben de noodwoning na 18 maand niet verlaten en er dient een verlenging van het verblijf aangevraagd te worden. Op dat ogenblik worden de inkomsten van de laatste 3 maand opgevraagd en afgetoetst in welke inkomenscategorie ze vallen. De gewone verblijfsvergoeding zou in deze situatie 650 euro per maand zijn, maar hierbij wordt 20% extra gerekend waardoor de verblijfsvergoeding 780 euro zal bedragen.
Sanctionering *
Bij moedwillig achterhouden van informatie (inkomsten, eigendom, medebewoning in de noodwoning zonder aanvraag,...) zal er een verhoging van 50% op de geldende vergoeding gevraagd worden. Dit wordt voorgelegd op het eerstvolgende BCSD en zal ingaan op de eerste dag van de maand volgend op dit BCSD. De verhoging blijft van kracht gedurende de volledige duur van bewoning van de noodwoning.
Na 12 maand bewoning wordt er een supplement van 10% bovenop de sanctionerende vergoeding gevraagd, maw.: (de gewone verblijfvergoeding + 50 %) + 10 %.
Voorbeeld: Een alleenstaande met een inkomen van 1250 euro, heeft de noodwoning na 12 maand niet verlaten en er dient een verlenging van het verblijf aangevraagd te worden. We kwamen te weten dat deze persoon een eigendom in het buitenland heeft achtergehouden. Op dat ogenblik worden de inkomsten van de laatste 3 maand opgevraagd en afgetoetst in welke inkomenscategorie ze vallen. De gewone verblijfsvergoeding zou in deze situatie 425 euro per maand zijn, maar hierbij wordt 50% +10% extra gerekend waardoor de verblijfsvergoeding 701,25 euro (=[425+50%] +10%) zal bedragen.
Na 18 maand bewoning wordt er een supplement van 20% bovenop de sanctionerende vergoeding gevraagd, maw.: (de gewone verblijfvergoeding + 50 %) + 20 %.
Bij de opstart van een overeenkomst zullen de inkomensgrenzen aangepast worden aan de leefloonbarema’s die op dat ogenblik geldig zijn. Per inkomenscategorie wordt vervolgens een inkomenssprong van 400 euro gemaakt. De verblijfsvergoeding zal op dat ogenblik ook dezelfde procentuele stijging volgen, ten aanzien van de eventuele stijging van het leefloonbarema. Per verblijfscategorie wordt vervolgens een sprong van 100 euro (alleenstaand persoon of personen met gezinslast) of 50 euro (samenwonend persoon) gemaakt. De wijziging zal enkel toegepast worden bij nieuwe overeenkomsten en wordt niet aangepast bij een lopende overeenkomst.
- In punt 7 wordt er verwezen naar een begeleidingsovereenkomst. Dit punt wordt weggelaten omdat er verplicht budgetbeheer wordt ingeschakeld.
Hierdoor is er automatisch begeleiding voorzien en is het niet meer nodig om nog een aparte begeleidingsovereenkomst te laten tekenen. Onderstaande tekst wordt weggelaten:"Naast het aspect van “de terbeschikkingstelling van de noodwoning“, omvat de overeenkomst ook een luik “begeleiding“. Deze begeleidingsaspecten kunnen vervat zijn in een begeleidingsnota die aan het het huishoudelijk reglement wordt toegevoegd. Indien het vanuit de begeleidende maatschappelijk werker van het OCMW en de coördinator Sociale Huisvesting noodzakelijk geacht wordt, zal er een begeleidingsovereenkomst opgesteld en ondertekend moeten worden. Dit kan bij de start, maar ook na een periode van bewoning opgemaakt worden."
Ter informatie werd in bijlage ook de procedure toegevoegd, maar dit betreft een intern document dat niet ter goedkeuring dient voorgelegd te worden.
Artikel 1: De raad voor maatschappelijk welzijn keurt het aangepast reglement en bijhorende overeenkomst precaire tijdelijke terbeschikkingstelling van de noodwoning goed. Beiden treden in werking met ingang van 1 juni 2025.
Artikel 2: Het reglement goedgekeurd in de raad voor maatschappelijk welzijn van 23 juni 2020 en de bijhorende overeenkomst worden met ingang van 1 juni 2025 opgeheven.
Artikel 3: De voorzitter van het vast bureau maakt via de webtoepassing van de gemeente het besluit en reglement bekend overeenkomstig artikel 286 §2 van het decreet lokaal bestuur.