Terug
Gepubliceerd op 02/06/2025

Besluit  RAAD VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN

di 27/05/2025 - 19:30

AANPASSEN REGLEMENT EN OVEREENKOMST PRECAIRE TIJDELIJKE TERBESCHIKKINGSTELLING NOODWONING

Aanwezig: Steven Van Troys, voorzitter
Simon Lagrange, voorzitter van het vast bureau
Sophie Delaere, Olivier Peirs, Michaël Vandemeulebroecke, Fauve Tack, leden van het vast bureau
Ward Baeten, Rudy Beulque, Kathleen Blauwblomme, Tony Boeckaert, Catherine De Smet, Marc Devlieger, Katrien De Waele, Yentl De Wever, Céleste Heyerick, Lieven Lippens, Luc Millecamps, Marc Nachtergaele, Berkan Nalli, Luc Roggeman, Delphine Vandenbossche, Tania Verpraet, Marc Vanden Heede, leden van de raad voor maatschappelijk welzijn
Sylvie Bohez, algemeen directeur
Verontschuldigd: Francky De Coster, lid van het vast bureau
Aline Van den Weghe, lid van de raad voor maatschappelijk welzijn
Bevoegdheid
  • Artikel 78, 3° van het decreet lokaal bestuur op grond waarvan de raad voor maatschappelijk welzijn bevoegd is voor het vaststellen van reglementen.
Wetten en reglementen
  • Het besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn van 23 juni 2020 betreffende het vaststellen reglement noodwoning en bijhorende overeenkomst precaire tijdelijke terbeschikkingstelling.
Feiten
  • Door de uiteenlopende situaties waarmee we te maken krijgen qua bewoning van de noodwoning, lijkt het tijd om het reglement en de daaraan gekoppelde overeenkomst te herzien. Dit werd reeds als beraadspunt voorgelegd op het vast bureau, alsook aan de leden bij het BCSD.
  • Verschillende punten werden onder de loep genomen en herschreven of uitgebreid waar nodig.

  • Aanpassingen reglement:
    • Onderstaande passage in artikel 1 werd weggelaten: "De effectieve toewijzing van een aanvraag tot gebruik noodwoning gebeurt bij beslissing Voorzitter Bijzonder Comité Sociale Dienst, voorafgegaan door een sociaal en financieel onderzoek vanuit de dienst Financiële en Sociale Hulp. Deze beslissing wordt dan ter bekrachtiging voorgelegd aan het eerstkomende Bijzonder Comité Sociale Dienst."  
      Dit werd vervangen door: "De effectieve toewijzing van een aanvraag tot gebruik noodwoning gebeurt bij beslissing van de leden van het BCSD, voorafgegaan door een sociaal en financieel onderzoek. Wanneer er niet kan gewacht worden op de bijeenkomst van het BCSD, wordt de beslissing genomen door de Voorzitter BCSD. Deze beslissing wordt dan ter bekrachtiging voorgelegd aan het eerstkomende BCSD. Bij positief advies van de Voorzitter BCSD kan de noodwoning effectief worden toegekend en kunnen de administratieve formaliteiten (ondertekening overeenkomst,…) worden afgehandeld."

    • Deze passage werd bij artikel 1 toegevoegd: "Bij de opstart van de noodwoning wordt verplicht budgetbeheer opgestart. Op die manier is er zekerheid van betaling van de verblijfsvergoeding en is een betere doorstart naar private of sociale huisvesting mogelijk. De financiële situatie van de cliënt kan beter in kaart gebracht worden, waardoor er begeleiding op maat kan voorzien worden. Er kan enkel van het verplicht budgetbeheer worden afgeweken in uitzonderlijke omstandigheden. Deze beslissing kan enkel genomen worden door de leden van het BCSD. Wanneer er niet kan gewacht worden op de bijeenkomst van het BCSD, wordt de beslissing genomen door de Voorzitter BCSD. Deze beslissing wordt dan ter bekrachtiging voorgelegd aan het eerstkomende BCSD."
    • Bij artikel 3 werd de zin betreffende de begeleidingsovereenkomst aangepast, waardoor de zin wijzigt van : "De woning mag betrokken worden overeenkomstig de duur die werd vooropgesteld in de overeenkomst precaire tijdelijke terbeschikkingstelling/begeleidingsovereenkomst." naar "De woning mag betrokken worden overeenkomstig de duur die werd vooropgesteld in de overeenkomst precaire tijdelijke terbeschikkingstelling."

    • Bij artikel 11 werd het volgende weggelaten: "Het plaatsen van het domicilie in de noodwoning, dient steeds in overleg met de begeleidende maatschappelijk werker te gebeuren.
      Dit werd vervangen door: "Het plaatsen van het domicilie in de noodwoning, is niet toegelaten. Bij het betrekken van een noodwoning wordt een referentieadres aangevraagd door de begeleidende maatschappelijk werker van de dienst FSH, voor alle bewoners van de noodwoning. De wijkagent wordt bij elke nieuwe bewoning in kennis gesteld."         
                                                                                                                                                                                             
    • Artikel 12 gaat over het feit dat er actief moet gezocht worden naar een nieuwe woonst en een redelijk aanbod op de private of sociale woningmarkt niet kan geweigerd worden.  Volgende zin werd geschrapt: "De bewoners verbinden er zich uitdrukkelijk toe om vanaf de aanvang van de huidige overeenkomst onmiddellijk en actief een andere woning te zoeken, hetzij via inschrijving bij een sociaal verhuurkantoor, een sociale bouwmaatschappij, een immobiliënkantoor,… "Dit werd vervangen door: "De bewoners verbinden er zich uitdrukkelijk toe om vanaf de aanvang van de huidige overeenkomst onmiddellijk en actief een andere woning te zoeken, hetzij via inschrijving bij een woonmaatschappij, een immobiliënkantoor,…"
    • In artikel 12 werd ook volgende zin geschrapt:" Een redelijk aanbod (sociale huisvesting, Regionaal Sociaal Verhuurkantoor of privé) kan nooit geweigerd worden. Bij weigering wordt dit voorgelegd op het volgend Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst." Ze werd aangevuld als volgt: "Een redelijk aanbod (sociaal of privé privé) kan nooit geweigerd worden. Indien een redelijk aanbod toch geweigerd wordt, dan zal dit meegenomen worden in het sociaal verslag, wanneer er al dan niet moet beslist worden tot een verlenging van het verblijf in een noodwoning."

    • Overal in de tekst werd 'Verantwoordelijke Sociale Huisvesting' vervangen door coördinator Sociale Huisvesting'.

  • Aanpassingen overeenkomst:
    • Punt 2 werd met de volgende passages aangevuld: "Het plaatsen van het domicilie in de noodwoning, is niet toegelaten. Bij het betrekken van een noodwoning wordt een referentieadres aangevraagd door de begeleidende maatschappelijk werker van de dienst FSH, voor alle bewoners van de noodwoning. De wijkagent wordt bij elke nieuwe bewoning in kennis gesteld."

      "Bij de opstart van de noodwoning wordt verplicht budgetbeheer opgestart. Op die manier is er zekerheid van betaling van de verblijfsvergoeding en is een betere doorstart naar private of sociale huisvesting mogelijk. De financiële situatie van de cliënt kan beter in kaart gebracht worden, waardoor er begeleiding op maat kan voorzien worden. Er kan enkel van het verplicht budgetbeheer worden afgeweken in uitzonderlijke omstandigheden. Deze beslissing kan enkel genomen worden door de leden van het BCSD. Wanneer er niet kan gewacht worden op de bijeenkomst van het BCSD, wordt de beslissing genomen door de Voorzitter BCSD. Deze beslissing wordt dan ter bekrachtiging voorgelegd aan het eerstkomende BCSD."

    • In punt 4 werden de inkomenscategorieën uitgebreid en de daaraan gekoppelde verblijfsvergoedingen verhoogd om op die manier het verschil met de private huurmarkt minder groot te maken. Er werd tevens een sanctionering ingevoerd bij het moedwillig achterhouden van informatie.
      Na 12 maand en 18 maand bewoning werd er een procentuele verhoging toegevoegd van de verblijfsvergoeding. Onderstaande tekst werd weggelaten: 

      Alleenstaand persoon:
      0 euro   < 1314,20 euro/maand: 422,16 euro
      1314,20 euro - 1731,93 euro - < 2381,39 euro/maand: 530,41 euro
      ≥ 2381,39 euro/maand: 584,53 euro

       

      Samenwonend persoon (door elke bewoner afzonderlijk te betalen):
      0 euro - < 876,13 euro/maand: 221,90 euro
      876,13 euro - < 1731,93 euro/maand: 248,96 euro
      1731,93 euro - < 2381,39 euro/maand: 276,02 euro
      ≥ 2381,39 euro/maand: 303,08 euro   

       

      Personen met gezinslast:
      0 euro - < 1776,07 euro/maand:443,80 euro
      1776,07 euro - < 2164,91 euro/maand: 497,92 euro
      2164,91 euro  - < 2814,37 euro/maand: 552,04 euro
      ≥ 2814,37 euro/maand: 606,17 euro

      Bij de opstart van een overeenkomst zullen de inkomensgrenzen aangepast worden aan de leefloonbarema’s die op dat ogenblik geldig zijn. De verblijfsvergoeding zal op dat ogenblik ook dezelfde procentuele stijging volgen, ten aanzien van de eventuele stijging van het leefloonbarema. De wijziging zal enkel toegepast worden bij nieuwe overeenkomsten en wordt niet aangepast bij een lopende overeenkomst.

    • Dit werd vervangen door:
      Alleenstaand persoon:
      (inkomenssprongen van 400 euro, per categorie 100 euro extra)
      0 euro   < 1.314,20 euro/maand: 425 euro
      1.314,20 euro - < 1.714,20 euro/maand: 525 euro
      1.714,20 euro - < 2.114,20 euro/maand: 625 euro
      2.114,20 - < 2514,20 euro/maand: 725 euro
      ≥ 2.514,20 euro/maand: 825 euro

       

      Samenwonend persoon (door elke bewoner afzonderlijk te betalen):
      (inkomenssprongen van 400 euro, per categorie 50 euro extra)
      0 euro - < 876,13 euro/maand: 222,50 euro
      876,13 euro - < 1.276,13 euro/maand:  272,50 euro
      1.276,13 euro - < 1.676,13 euro/maand: 322,50 euro
      1.676,13 euro - < 2.076,13 euro/maand: 372,50 euro
      ≥ 2.076,13 euro/maand: 422,50 euro

       

      Personen met gezinslast:
      (inkomenssprongen van 400 euro, per categorie 100 euro extra)
      0 euro - < 1.776,07 euro/maand: 450 euro
      1.776,07 euro - < 2.176,07 euro/maand: 550 euro
      2.176,07 euro  - < 2.576,07 euro/maand: 650 euro
      2.576,07 euro  - < 2.976,07 euro/maand: 750 euro
      ≥ 2.976,07 euro/maand: 850 euro

      Na 12 maand bewoning wordt er een supplement van 10 % bovenop de gewone verblijfsvergoeding per maand extra aangerekend. (Dit wordt niet toegepast in geval van sanctionering *)


      Voorbeeld:
      Een alleenstaande met een inkomen van 1250 euro, heeft de noodwoning na 12 maand niet verlaten en er dient een verlenging van het verblijf aangevraagd te worden. Op dat ogenblik worden de inkomsten van de laatste 3 maand opgevraagd en afgetoetst in welke inkomenscategorie ze vallen. De gewone verblijfsvergoeding zou in deze situatie 425 euro per maand zijn, maar hierbij wordt 10% extra gerekend waardoor de verblijfsvergoeding 467,5 euro zal bedragen.
      Na 18 maand wordt er een supplement van 20 % bovenop de gewone verblijfsvergoeding per maand extra aangerekend. (Dit wordt niet toegepast in geval van sanctionering *)

      Voorbeeld:
      Een koppel met een kindje heeft samen een inkomen van 2350 euro. Ze hebben de noodwoning na 18 maand niet verlaten en er dient een verlenging van het verblijf aangevraagd te worden. Op dat ogenblik worden de inkomsten van de laatste 3 maand opgevraagd en afgetoetst in welke inkomenscategorie ze vallen. De gewone verblijfsvergoeding zou in deze situatie 650 euro per maand zijn, maar hierbij wordt 20% extra gerekend waardoor de verblijfsvergoeding 780 euro zal bedragen.


Sanctionering *

Bij moedwillig achterhouden van informatie (inkomsten, eigendom, medebewoning in de noodwoning zonder aanvraag,...) zal er een verhoging van 50% op de geldende vergoeding gevraagd worden. Dit wordt voorgelegd op het eerstvolgende BCSD en zal ingaan op de eerste dag van de maand volgend op dit BCSD. De verhoging blijft van kracht gedurende de volledige duur van bewoning van de noodwoning

Na 12 maand bewoning wordt er een supplement van 10% bovenop de sanctionerende vergoeding gevraagd, maw.: (de gewone verblijfvergoeding + 50 %) + 10 %.

Voorbeeld: Een alleenstaande met een inkomen van 1250 euro, heeft de noodwoning na 12 maand niet verlaten en er dient een verlenging van het verblijf aangevraagd te worden. We kwamen te weten dat deze persoon een eigendom in het buitenland heeft achtergehouden. Op dat ogenblik worden de inkomsten van de laatste 3 maand opgevraagd en afgetoetst in welke inkomenscategorie ze vallen. De gewone verblijfsvergoeding zou in deze situatie 425 euro per maand zijn, maar hierbij wordt 50% +10% extra gerekend waardoor de verblijfsvergoeding 701,25 euro (=[425+50%] +10%)  zal bedragen.

 Na 18 maand bewoning wordt er een supplement van 20% bovenop de sanctionerende vergoeding gevraagd, maw.: (de gewone verblijfvergoeding + 50 %) + 20 %.

Bij de opstart van een overeenkomst zullen de inkomensgrenzen aangepast worden aan de leefloonbarema’s die op dat ogenblik geldig zijn. Per inkomenscategorie wordt vervolgens een inkomenssprong van 400 euro gemaakt. De verblijfsvergoeding zal op dat ogenblik ook dezelfde procentuele stijging volgen, ten aanzien van de eventuele stijging van het leefloonbarema. Per verblijfscategorie wordt vervolgens een sprong van 100 euro (alleenstaand persoon of personen met gezinslast) of 50 euro (samenwonend persoon) gemaakt. De wijziging zal enkel toegepast worden bij nieuwe overeenkomsten en wordt niet aangepast bij een lopende overeenkomst.

 

  • In punt 7 wordt er verwezen naar een begeleidingsovereenkomst. Dit punt wordt weggelaten omdat er verplicht budgetbeheer wordt ingeschakeld.
    Hierdoor is er automatisch begeleiding voorzien en is het niet meer nodig om nog een aparte begeleidingsovereenkomst te laten tekenen. Onderstaande tekst wordt weggelaten: 

    "Naast het aspect van “de terbeschikkingstelling van de noodwoning“, omvat de overeenkomst ook een luik “begeleiding“. Deze begeleidingsaspecten kunnen vervat zijn in een begeleidingsnota die aan het het huishoudelijk reglement wordt toegevoegd. Indien het vanuit de begeleidende maatschappelijk werker van het OCMW en de coördinator Sociale Huisvesting noodzakelijk geacht wordt, zal er een begeleidingsovereenkomst opgesteld en ondertekend moeten worden. Dit kan bij de start, maar ook na een periode van bewoning opgemaakt worden."

  • Ter informatie werd in bijlage ook de procedure toegevoegd, maar dit betreft een intern document dat niet ter goedkeuring dient voorgelegd te worden. 

Motivatie
  • De aanpassingen van het reglement en de overeenkomst precaire tijdelijke terbeschikkingstelling van de noodwoning, zijn gewenst en dit om meer vat te krijgen op de bewoners van de noodwoning en de motivatie tot doorstroom naar de private of sociale huurmarkt te verhogen. 
Beslissing

Artikel 1: De raad voor maatschappelijk welzijn keurt het aangepast reglement en bijhorende overeenkomst precaire tijdelijke terbeschikkingstelling van de noodwoning goed.  Beiden treden in werking met ingang van 1 juni 2025.


Artikel 2:
Het reglement goedgekeurd in de raad voor maatschappelijk welzijn van 23 juni 2020 en de bijhorende overeenkomst worden met ingang van 1 juni 2025 opgeheven.


Artikel 3
: De voorzitter van het vast bureau maakt via de webtoepassing van de gemeente het besluit en reglement bekend overeenkomstig artikel 286 §2 van het decreet lokaal bestuur.